Stadsgezichten

Vanuit zijn studio ingericht op de zolder van zijn woonst aan de Van Iseghemlaan en de Vlaanderenstraat in Oostende, had Ensor een niet te evenaren zicht over de daken van zijn thuisstad. Verschillende tekeningen en schilderijen waaronder Groot gezicht op Oostende (1884) en De daken van Oostende (1885, olieverf op doek, Bern, Fondation Socindec) getuigen hiervan, net als het olieverfschilderij Van Iseghemlaan Oostende uit 1893 (Ukkel, Museum David & Alice van Buuren). De ets De Van Iseghemlaan in Oostende uit 1889 is het spiegelbeeld van het voorwerp van dit schilderij.

In andere etsen zoals Gezicht op Oostende in het Oosten (1888) en Gezicht op de haven van Oostende (1888) brengt Ensor zijn stad vanuit de haven in beeld, met schepen aan de kade. Ook de landelijke omgeving van Oostende met zijn weiden, akkers en boerderijen inspireerde Ensor herhaaldelijk. In de etsen Klein gezicht op Mariakerke en Groot gezicht op Mariakerke, beiden gerealiseerd in 1887, legt de kunstenaar de kleine Onze-Lieve-Vrouw-ter-Duinenkerk vast. Ensor is altijd gecharmeerd geweest door dit motief dat hij eveneens in tekeningen en schilderijen verwerkte (Groot gezicht op Mariakerke, 1896, olieverf op doek, privéverzameling; Gezicht op Mariakerke, 1901).

Ook de stad Brussel was een inspiratiebron voor Ensor. In 1885 schilderde hij de toren van het stadhuis (Het stadhuis van Brussel, 1885, olieverf op doek, Luik, MAMAC) en maakte hij etsen van een huis in de Anspachlaan (1888) en van de Bijstandstraat (1887).

Xavier Tricot