De prent Mijn dode vader stelt James Frederic Ensor (1835-1887) voor op zijn sterfbed.
Losstaand van een bijbelse context komt het motief van de droom pas vanaf de vroege romantiek frequenter in de beeldende kunst voor.
De ets De cataclysmen verbeeldt het einde van de wereld. In een kolkend torment hebben water, lucht, vuur en aarde zich verenigd, en doen de vier elementen een trein verongelukken.
De prent De moord is waarschijnlijk geïnspireerd op een artikel en illustratie uit het tijdschrift Le Journal Illustré van 27 mei 1888.
In 1887 en 1888 etste James Ensor enkele havengezichten in Nieuwpoort, maar vooral bij de havengeul in Oostende.
In 1887 en 1888 etste James Ensor enkele havengezichten in Nieuwpoort, maar vooral bij de havengeul in Oostende.
De zelfportretten van Ensor lopen als een rode draad door zijn hele oeuvre. De kunstenaar maakte ruim zestig geschilderde, getekende en in prent gebrachte zelfportretten.
In 1887 en 1888 etste James Ensor enkele havengezichten in Nieuwpoort, maar vooral bij de havengeul in Oostende.
Voor zijn grafiek baseerde Ensor zich doorgaans op eigen tekeningen, of ontleende hij er bepaalde motieven aan. Voor zover bekend heeft Ensor echter weinig landschappen getekend.
Voor zijn grafiek baseerde Ensor zich doorgaans op eigen tekeningen, of ontleende hij er bepaalde motieven aan. Voor zover bekend heeft Ensor echter weinig landschappen getekend.
Voor zijn grafiek baseerde Ensor zich doorgaans op eigen tekeningen, of ontleende hij er bepaalde motieven aan. Voor zover bekend heeft Ensor echter weinig landschappen getekend.
Voor zijn grafiek baseerde Ensor zich doorgaans op eigen tekeningen, of ontleende hij er bepaalde motieven aan. Voor zover bekend heeft Ensor echter weinig landschappen getekend.
In 1887 en 1888 etste James Ensor enkele havengezichten in Nieuwpoort, maar vooral bij de havengeul in Oostende.
In 1887 en 1888 etste James Ensor enkele havengezichten in Nieuwpoort, maar vooral bij de havengeul in Oostende.