De prent De goede rechters wordt in verband gebracht met de ophefmakende rechtszaak Coucke en Goethals. Beide Vlamingen werden in 1860 door een Franstalige rechtbank ten onrechte ter dood werden veroordeeld en terechtgesteld. Mogelijk vond Ensors bijtende satire ook zijn oorsprong in meer autobiografische elementen: het faillisssement van zijn vader in 1875, of, toen zeer recent, de rechtszaak tegen Ensors moeder in het kader van een banaal misbruik van copyright. In 1892-1893 stond zij terecht voor de illegale reproductie van een schilderij van de Antwerpse schilder Jan van Beers. De ets De goede rechters is de spiegelbeeldige voorstelling van Ensors gelijknamige schilderij uit 1891 (privé-verzameling).