Dit schilderij kan opgevat worden als een feestelijke hulde aan het goede leven. Eind negentiende eeuw werd het werk als immoreel beschouwd. Een jonge burgervrouw die ongecompliceerd zit te genieten van de goede dingen des levens (oesters en edele wijnen), vond men ongepast. Aanvankelijk werd het werk dan ook geweigerd op een aantal tentoonstellingen. Progressievere kringen konden het schilderij echter wel waarderen ('Les XX').