Ensor nam herhaaldelijk de zelfkant van de maatschappij tot onderwerp van schilderijen, tekeningen en etsen. In de ets De oude schelmen steekt hij openlijk de draak met de hypocrisie van de eigentijdse burgerlijke moraal. Wat Ensor over de oude schelmen dacht blijkt ook uit de verschillende titels die hij aan de ets gaf: Les vieux cochons, La visite des médecins en Les membres du corps académique en quête de beauté moderne. Ensor moet vertrouwd geweest zijn met het prostitutiemilieu: hij bracht zijn jeugdjaren door in de omgeving van de Kleine Weststraat, de rosse buurt van Oostende.