Rond 1930 was Ensor, in het gezelschap van zijn vriend Albert Croquez, getuige van de Godelieveprocessie in Gistel. De kunstenaar werkte de kleurige optocht in 1932 uit in een schilderij, en twee jaar later etste hij dezelfde voorstelling in drogenaald. Hoewel de prent artistiek en druktechnisch een van Ensors minst geslaagde etsen is, moet de grote zeldzaamheid ervan benadrukt worden.